Zekerheden bij de verkoop van een onderneming
Blog geschreven door Raymond Sieben van Diligence, BOBB-gecertificeerd bedrijfsovernamespecialist
Het verkopen van een onderneming is een complex proces. Allereerst is het vinden van de juiste partij die past bij jouw bedrijf géén sinecure. Het onderhandelingstraject waarin je vervolgens met een koper terechtkomt, maakt het er ook niet eenvoudiger op. Bovendien ben je daarbij vaak aangewezen op een adviseur, waarvan je moet afwachten of hij of zij het spel van onderhandeling onder de knie heeft. Tijdens onderhandelingen komt het zeer regelmatig voor dat de koper aan jou als verkoper vraagt om een deel van de afgesproken koopsom via een achtergestelde lening te verstrekken. Je krijgt dan bij de verkoop niet de volledige koopsom in één keer, maar je ontvangt bij de notaris de koopsom minus de lening die je aan de koper hebt verstrekt. Belangrijk voordeel van een dergelijke regeling is dat de lening de financiering van de overname vereenvoudigt. Als je door het verstrekken van een lening daarmee de zekerheid hebt dat de verkoop doorgang vindt en je een mooie koopsom kunt verkrijgen, dan lijkt deze constructie aantrekkelijk. Maar hoeveel zekerheid heb je als verkoper dat je het uitgeleende geldbedrag ook daadwerkelijk van de koper terugkrijgt?
Achterstelling
Via het verstrekken van een lening wordt een deel van de koopsom omgezet in een lening aan de koper. Meestal zal de financierende bank daarbij als voorwaarde stellen dat deze lening wordt achtergesteld op de lening van de bank. In het geval van een faillissement van de geldlener wordt jij dan als kredietverstrekker achtergesteld in jouw positie als schuldeiser en kom je in de volgorde van schuldeisers achter schuldeisers zoals de bank, het UWV en de belastingdienst.
Meestal bedingt de bank dat niet alleen de lening wordt achtergesteld op de overnamefinanciering, maar ook op alle toekomstige vorderingen van de bank op de koper. Het gevolg hiervan kan zijn dat de terugbetaling van de lening onzeker wordt zodra de geldlener nieuwe aanvullende financieringen afsluit. Indien de cash flow van de vennootschap van de geldlener hierdoor onder druk komt te staan, blijft er immers te weinig of geen ruimte over om jouw geldlening terug te betalen. En dat is niet wat je als verkoper in gedachten had toen je de koper een handje hielp met het verstrekken van een lening.
Borgstelling versus garantie
Welke opties heb je als verkoper, zodat je uiteindelijk 100% van de overeengekomen koopsom ook daadwerkelijk ontvangt? Natuurlijk kun je ervoor kiezen om aan een koper geen lening te verstrekken. Maar dan kan het ook gebeuren dat je je bedrijf niet, moeizamer of slechts tegen een lagere prijs verkoopt. Wat je ook kunt doen, is van de koper eisen dat hij tegenover de lening bepaalde zekerheden verstrekt. Een manier om dat te doen is de borgstelling. Daarbij staat een andere (kredietwaardige) partij borg voor de schuld. Komt de geldlener zijn verplichtingen niet na, dan zal de borg de schuld betalen. Als een borgstelling niet tot de mogelijkheden behoort, dan kan gedacht worden aan het verstrekken van een garantie. Daarbij garandeert een ander onvoorwaardelijk om een nader bepaald bedrag aan de begunstigde te betalen, zodra hij daarop aanspraak maakt.
Borgstelling en garantie zijn verschillende vormen van zekerheidstelling die het Burgerlijk Wetboek mogelijk maken. Het verschil tussen beide vormen zit hierin: terwijl de gever van een garantie eenvoudiger en sneller verplicht kan worden om tot betaling over te gaan, hoeft de borg het inroepen van de borgstelling niet te accepteren en kan hij verweer voeren. Dat is bijvoorbeeld het geval als de koper en verkoper een conflict hebben. De borg kan dan verweer voeren onder verwijzing naar dit conflict. Voor de verstrekker van een geldlening is de garantie een sterker instrument om zekerheid te verkrijgen over de terugbetaling van een verstrekte lening. De verstrekker van een garantie heeft immers minder wettelijke bescherming dan de verstrekker van een borg. In de praktijk van bedrijfsovernames komen de beide vormen van zekerheidverschaffing overigens relatief weinig voor.
Pandrecht
Bij het verstrekken van een lening ter ondersteuning van de financiering van een bedrijfsovername, wordt eerder gebruik gemaakt van de vestiging van een pandrecht op inventaris, voorraad of debiteuren. Dit pandrecht wordt ook wel “stil”, “vuistloos”’ of “bezitloos” pandrecht” genoemd. Met een stil pandrecht op roerende zaken blijven de roerende zaken gewoon bij de pandgever in bezit en gebruik. Een stil pandrecht op debiteuren betekent dat de pandgever zoals gebruikelijk de debiteuren int.
Indien de statuten van de BV dat toelaten, is het ook mogelijk om op aandelen van een vennootschap een pandrecht te vestigen. Dat is een ingrijpende maatregel, aangezien het pandrecht ook betrekking kan hebben op alle aan de aandelen verbonden rechten, waaronder het recht van dividend en stemrecht. Nog ingrijpender is het als de schuldenaar in verzuim is om zijn betaalverplichtingen te voldoen. In dat geval namelijk is de pandhouder gerechtigd om de aandelen waarop het pandrecht is gevestigd, te verkopen.
Bij dit soort pandrechten is het de vraag of dit bij een overname nog mogelijk is. Vaak zal de financierende bank dit soort zekerheden al gevestigd hebben.
Snelheid
Geweldig natuurlijk als je je bedrijf kunt verkopen mede dankzij een geldlening die je aan de koper verstrekt. Mocht het echter niet mogelijk zijn om (voldoende) zekerheden te verkrijgen, wees er dan alert op, dat de condities voor de geldlening gericht zijn op een snelle terugbetaling. Door een korte looptijd af te spreken wordt het risico van niet-terugbetaling verlaagd. Verder is het verstandig om in elk geval maandelijkse rentebetaling te eisen. Soms zal de bank daarmee niet instemmen, maar het verdient altijd aanbeveling dit als eis bij de koper neer te leggen. Door het rentepercentage fors hoog vast te stellen, ontstaat er bovendien een prikkel bij de geldlener om de lening zo snel mogelijk terug te betalen. Beding bijvoorbeeld ook dat je een accountantscontrole kunt uitvoeren en zo zicht houdt op de solvabiliteit van de geldlener. Tenslotte, is het niet onverstandig om nadere afspraken te maken voor het geval dat aflossing van de achtergestelde lening langer op zich laat wachten dan aanvankelijk is afgesproken. Vooruitzien is regeren, ook bij de verkoop van je bedrijf!